Regelmatig wandelden Aafra en Leander door natuurgebied Huis ter Heide, tussen Tilburg en Kaatsheuvel. Door de bossen, lekker buiten. Tijdens die wandelingen hadden ze gesprekken die je thuis op de bank niet snel voert. Zoals over de dood.
Echte buitenmensen
Ze hadden het samen wel eens over begraven. Vaak in het algemeen, niet wetende dat het zo vroeg op hun pad zou komen. Hoewel het overlijden van Aafra onverwachts kwam, wist Leander heel goed wat voor plek ze wilde om de liefde van haar leven achter te laten. Althans, ze wist vooral wat ze níet wilde: geen standaard begraafplaats en geen crematie. Wel iets in de natuur en écht buiten. Toen de broer van Aafra haar vertelde over natuurbegraven, wist Leander meteen dat dit was wat ze wilde. Dat ze precies op het natuurgebied uitkwam waar ze vaak met haar geliefde wandelde, steunde Leander in haar proces.
De juiste keuze
Tijdens de bezoekjes aan Aafras laatste rustplaats, haalt Leander veel kracht uit de natuur. Alles voelt dat haar keuze voor natuurbegraafplaats Huis ter Heide goed is geweest. “Ik ben dol op de zomer. Aafra had het tegenovergestelde, die was dol op de winter. Daarom heb ik gekozen voor een plek in het half open bos en niet op het open veld. Ik vind vooral het veranderen van de jaargetijden mooi. Je komt ergens een paar weken niet en de natuur is compleet veranderd.” Leander vindt het prettig om de natuur op de natuurbegraafplaats iedere keer weer anders te ervaren. “Daar ben ik me nu veel bewuster van.”
Stil staan en kijken
Ook rondom het plekje van Aafra ziet Leander dingen veranderen en gebeuren. “Je staat hier letterlijk even stil. Het geeft rust. Tijdens een wandeling met een vriend kwamen we laatst een jonge ree tegen. Op onverwachte momenten gebeurt er iets waardoor ik me realiseer dat het leven doorgaat. Net als de natuur.” Het zit ook in kleine dingen, zoals een zonnestraal die net op de gedenkschijf van Aafra valt, zegt Leander. “Hier valt me dat eerder op, zo in de rust en ruimte van de natuur. In het dagelijks leven ben je daar minder mee bezig.”
