Natuurbegraafplaats Huis ter Heide ligt in het gelijknamige natuurgebied van Natuurmonumenten. Deze verborgen parel aan natuur is thuis voor reeën, hazen, vogels en dassen. Vroegere akkers en productiebossen maken hier plaats voor oorspronkelijke natuur. Ontdek de zichtbare en minder zichtbare parels van Huis ter Heide.
Diepgele brem in het voorjaar en paarse heide in de zomer zorgen samen met heldergroene mossen en varens voor de kleuren op natuurbegraafplaats Huis ter Heide. In de randen van het bos groeien bramen, vingerhoedskruid en vlierbessen. Aan de hazelaar bloeien in de winter al katjes en een afwisseling van loofbomen en naaldbomen vormen open en dichtbegroeide bosgedeeltes.
Onder het toeziend oog van de imposante Schotse Hooglander wordt de natuur op Huis ter Heide hersteld en versterkt. Het natuurlijke effect van het graasgedrag bootsen we op de natuurbegraafplaats na met zorgvuldig maaibeheer. De runderen grazen delen van het landschap kaal en laten op andere plekken begroeiing staan, grote bomen laten ze met rust en gebruiken ze als parasol. Deze diversiteit maakt de bodem rijk en geeft ruimte aan kruiden en planten om te groeien. Insecten vinden hierdoor makkelijker eten en vlinders slaan in deze gebieden hun vleugels uit.
Naast namen van oorspronkelijke wegen in het gebied verraden de namen van de wandelpaden op de natuurbegraafplaats de aanwezigheid van de vele vogels. De grote bonte specht die op boomstammen roffelt en de honkvaste havik die zich hoog in de bomen nestelt. Maar ook kleinere exemplaren zoals de lijster die bijna het hele jaar door van zich laat horen of de kleurrijke boomklever die zich al klevend aan een boomstam van boven naar beneden beweegt. De tjiftjaf roept herhaaldelijk zijn eigen naam en bevindt zich graag onder soortgenoten in het halfopen bos met bomen en struiken.
Het blijft betoverend en het moment is vaak van korte duur, maar wie goed om zich heen kijkt kan met wat geluk een ree door de bossen zien bewegen. Deze schuwe, sierlijke dieren nemen niet graag het podium en zijn vaak actief in de schemering. Net zoals de ree stelt ook de haas zich vaak verdekt op, overdag houdt hij zich stil om als de zon zakt op zoek te gaan naar voedsel. Altijd alert overziet de haas alles zodat hij op elk moment kan ontsnappen. Nog minder vaak zichtbaar, maar wel aanwezig zijn de dassen. Zij leven diep in de bossen in hun burcht, een slim gangenstelsel onder de grond met een buitentoilet (latrine) en verschillende kamers waar ze heel zuinig op zijn en die ze goed bewaken.
Op tactisch uitgezochte plekken in het bos, waar precies genoeg zon schijnt, huist de mier. Klein van formaat, maar van ontzettend groot belang. Ze eten schadelijke insecten, verspreiden plantenzaden en dragen bij aan de vruchtbaarheid van de bodem. Hun huis is een koepeltje in vochtige grond waar het in de zomer niet te warm wordt, maar waar in het voorjaar genoeg zon schijnt. Deze opruimers van het bos houden met hun gedrag een stuk van de natuur in balans.