- Landgoed Mookerheide
Afscheid in de natuur Een schepje modder
Op de oprijlaan van Landgoed Mookerheide verschijnt de donkerblauwe landrover. Zij zit achter het stuur, op de stoel achter haar hun kooikerhondje, naast haar de kist. Daarachter nog een terreinwagen; het is een offroad Lada, de zoon achter het stuur, de dochter ernaast, de teckel op schoot. Er volgen nog vijf fourwheeldrives. Het zijn ‘de moddervrienden’ met wie ze zo veel mooie tochten hebben gemaakt en door dikke modder hebben geploegd. De wagens draaien de parkeerplaats van de natuurbegraafplaats op waar zij een halve cirkel vormen, met in het midden de Landrover.
De achterklep wordt opengemaakt. Achterin staat een grote, grijskleurige kist. Een bijzondere kist die gemaakt is van mycelium, een levend organisme dat afvalstoffen omzet in voedingsstoffen voor de natuur. Hij wilde helemaal opgaan in de natuur. Het is de eerste keer dat deze kist gebruikt wordt op de natuurbegraafplaats. De zon schijnt, de zoon en de moddervrienden zetten de kist op de loopkoets, leggen alle bloemen eromheen en brengen de koets in beweging. De medewerker van de natuurbegraafplaats en de uitvaartverzorger lopen voorop. Zij loopt achter de loopkoets met haar dochter, haar vader en de honden, haar moeder volgt in de boskar. De lange stoet mensen volgt. De tocht gaat door het bos, langs het bremveld, naar de plek langs de bosrand. De plek die zij samen bijna een jaar geleden in de nazomer hebben uitgezocht.
De loopkoets met de kist wordt op een open plek vlak bij het graf gezet. Ze neemt een handje rozenblaadjes uit het mandje en strooit het over hem heen. De dochter doet hetzelfde. Wat verderop staat het gras hoog, en fladdert een vlinder van bloem tot bloem. Er valt nog zoveel te zeggen over hem, tegen hem. De woorden zijn met zorg en liefde uitgekozen voor deze man die niet alleen een dierbare echtgenoot en vader was, maar ook een goede vriend, broer, schoonzoon, collega, werkgever, buurman en dorpsgenoot.
Een uitgelaten groepje kinderen van de scouting loopt langs over de laan achter de bosrand, onwetend over het tafereel aan de andere kant van de bomen. Er vliegt een roofvogel in de lucht, een buizerd misschien? Wanneer alle woorden zijn gezegd, zetten de zoon en de vrienden de kist op de balkjes. Langzaam laten zij de kist dalen in het zand. Zij staat bij de rand met haar kinderen en de honden. Er staat een emmer modder en een schaal rozenblaadjes naast het graf. Alle gasten mogen een handje rozenblaadjes of een schepje modder op de kist gooien. Een laatste liefdevol gebaar.