Een hooibeestje fladdert voorbij. Even landt de gaai op een tak, een rustpunt in zijn vlucht. Aan de rand van de plas ritselt een levendbarende hagedis. Het is hier heerlijk, op elk uur van de dag. Rust, ruimte, stilte, de geuren en geluiden van de natuur. Jonge bomen die hun takken uitstrekken. De beek die allerlei diertjes aantrekt. De dopheide die volop bloeit. Landgoed Christinalust leeft en groeit, straks nog meer dan ooit.
Waar bossen zijn, zijn vogels. En gelukkig vinden we die op Landgoed Christinalust in overvloed. Ze brengen het landgoed tot leven. Zo hoor je de grote bonte specht die op boomstammen roffelt en zie je de blauwe schim van de ijsvogel voorbij scheren. Ook vind je kleinere exemplaren zoals de zanglijster of de kleurrijke boomklever, die zich al klevend aan een boomstam heen en weer beweegt. De tjiftjaf roept herhaaldelijk zijn eigen naam en bevindt zich graag onder soortgenoten in het halfopen bos met bomen en struiken. En ’s avonds, als de wereld stil is, klinkt het magische geluid van de bosuil.
Het blijft betoverend… wie goed om zich heen kijkt, ziet met wat geluk een ree door de bossen bewegen. Deze schuwe, sierlijke dieren nemen niet graag het podium en zijn vaak actief in de schemering. Dat geldt ook voor de vos, die met zijn mooie rode vacht behendig en laag door de bossen beweegt.
Door de menselijke ingrepen op Landgoed Christinalust zijn soorten planten, bomen en dieren die we er vroeger tegenkwamen, verdwenen. Wij herstellen en ontwikkelen de natuur op het landgoed. Dat doen we niet zomaar; het landschap en de natuur zijn leidend en bepalen steeds hoe het gebied er uit komt te zien.
Het landgoed bloeit op en gaat meer betekenen als natuurgebied. Een aantal oorspronkelijke elementen uit het landschap komen terug aan de oppervlakte. Zo komt er meer meandering in de Twekkelerbeek. De beekloop wordt langer, met flauwe, natuurlijke oevers, en hij komt weer in het oorspronkelijke beekdal te liggen. Dit zorgt er ook voor dat bepaalde planten en dieren die nu van het landgoed verdwenen zijn, terugkomen.
De oorspronkelijke dekzandrug wordt hersteld door de bodem op te hogen met gebiedseigen zand, heideplagsel uit nabijgelegen natuurgebieden en/of strooisel. Hiermee ontstaat een natuurlijke uitgangsituatie waarop jonge aanplant zich kan gaan ontwikkelen. De aanwezige oude dikke bomen die het landgoed karakter geven, blijven natuurlijk bestaan.
Op het landgoed vinden we nu ‘exoten’. Deze planten dringen we wat terug, zodat ze geen probleem kunnen vormen voor de natuurontwikkeling in het gebied.
In het landschap komen natuurlijke verbindingen voor heide- en bosgebonden soorten. In de omgeving van Landgoed Christinalust liggen waardevolle stukken heide en bos. Ook op het landgoed krijgen deze elementen weer een betere en ruimere plek.
Door poelen aan te leggen en het vennencomplex uit te breiden, komt de balans tussen natte en droge elementen in het gebied terug. Er ontstaan als het ware ‘stapstenen’ tussen de verschillende stukken. Hiermee krijgen kenmerkende soorten een groter leefgebied en komt inheemse flora en fauna terug. Landgoed Christinalust wordt nog aantrekkelijker voor soorten als de levendbarende hagedis, rugstreeppad, gewone salomonszegel en dopheide.
We vormen het landgoed om van productiebos naar een droog beuken-eikenbos; een gevarieerd bos met een grote diversiteit in soorten en leeftijden bomen. De aanwezige oude dikke bomen die het landgoed karakter geven, blijven natuurlijk bestaan.
Er komt meer ruimte voor kruiden- en faunarijke graslanden en met de aanplant van bos ontstaat er een thuis voor de dieren die in dit gebied voorkomen: de boommarter, ree, roodborsttapuit en geelgors.