“Mijn dochter had me aangespoord om me te verdiepen wat ik zou willen rond mijn begrafenis. Een paar dagen later had ik een kennismakingsgesprek met Irma Boon, een uitvaartondernemer. Al pratende adviseerde Irma om eens te gaan kijken bij Heidepol. Ze vertelde me over natuurbegraven en dacht dat dat misschien wel iets voor mij zou zijn.
Aalt besloot een afspraak te maken en ontmoette Annemiek, informatiemedewerker op Heidepol. “Ik kreeg een prachtige rondleiding van Annemiek. Iemand die alle liefde en geduld in haar werk legt, dat kan ik wel waarderen.” Na allerlei nog beschikbare plekken te hebben bezocht had hij een mooi zonnig plekje uitgekozen, aan de Berkenlaan in het gras. ”Dit wordt de plek, zei ik direct tegen Annemiek.”
“Hij weet zelfs al wat er op zijn gedenkteken moet komen te staan: Qua Patet Orbis.”
Inmiddels is Aalt al een paar keer terug geweest, samen met zijn moeder en samen met zijn zus en zwager. Hij wilde hen laten zien welke keuze hij had gemaakt en hoe prachtig hij het hier vindt. “Mijn moeder is 88 jaar en had nog nooit van natuurbegraven gehoord. Ze is nog van de oude stempel, van het klassieke begraven, maar vond het heel bijzonder. Je kan helemaal niet zien dat het een begraafplaats is, zei ze. Ze was blij dat ze mijn plek gezien had.”
Aalt groeide op in Putten. “Ik ging met buurjongetjes het bos in; daar hadden we een boomhut gemaakt. We hadden daar onze eigen plek op de Veluwe, diep in de bossen. We waren altijd blij als we ‘m terug konden vinden, zo diep weggestopt was onze boomhut.”
Voor Aalt is het een geruststellende gedachte dat hij alles nu bij leven heeft geregeld. “Dat geeft een goed gevoel, het is een mooie plek. En zo ontzorg ik mijn kinderen, dan hoeven zij zich daar niet druk om te maken.” Hij weet zelfs al wat er op zijn gedenkteken moet komen te staan: “Qua Patet Orbis, dat betekent ‘zo wijd de wereld strekt’. Het is de lijfspreuk van het Korps Mariniers. Ik heb namelijk 36 jaar bij het Korps Mariniers gediend. Zo heb ik heel wat van de wereld gezien en veel op zee gezeten. Met mijn uitvaart zullen er vast ook wel oud-mariniers komen, die blijven toch allemaal met elkaar verbonden. Een beperkte militaire ceremonie lijkt me mooi, waarbij ze in uniform hierheen komen. Ze hoeven geen schoten te lossen, maar een trompettist mag wel the last post spelen.”