Er in de boomgaard appels, peren, pruimen en notenbomen staan. Ze dienen als voedsel voor de dieren in het natuurgebied;
Er bloemsoorten staan zoals citroenmelisse, zeepkruid, grote pimpernel, koekoeksbloem, avondkoekoeksbloem, wilde tijm, munt, steenanjer, havikskruid, zandblauwtje en akkerklokje;
Een honingbij wel 40 kilometer per uur kan vliegen;
Een das geen kleuren ziet, maar wel hele hoge tonen kan horen;
Muizen incontinent zijn? En een torenvalk dit spoor zo kan volgen;
Wij genieten van de vele bloeiende bloemen op de velden;
Er vogelkaarten in het informatiecentrum liggen van de meest voorkomende vogels in het natuurgebied? Mag je zo meenemen;
Het boekje met Verhalen van Maashorst voor jou klaarligt in de Hoeve;
De koffie weer voor je klaarstaat. We houden onderling nog steeds 1,5 meter afstand.